ENERGIETRANSITIE
‘GROEN MOET OOK SOCIAAL ZIJN’
Tekst Andrew Groeneveld Beeld Bert Janssen
‘JE WILT ALS BOND VOORAAN STAAN EN MEEBESLISSEN’
De energietransitie gaat iedereen in de industrie raken. En dus moet de FNV bij alle ontwikkelingen letterlijk vooraan gaan staan. Meebeslissen over subsidies bijvoorbeeld, en actief deelnemen aan concrete veranderingen. Dat stelt Jacob Plat, namens de FNV lid van de European Economic and Social Committee, de Europese SER.
De tijd dat bonden vooral de negatieve gevolgen van de klimaatcrisis voor werknemers probeerden te verzachten is voorbij. De veranderingen zijn onomkeerbaar, de industrie slaat een andere weg in. Het is de nieuwe werkelijkheid.
Dat betekent volgens Jacob Plat dat de FNV op een breder terrein een positie moet opeisen. Zo kan het niet alleen de belangen van de achterban beter behartigen, maar er ook voor zorgen dat Nederland bij de energietransitie meer voorop gaat lopen.
Jacob Plat: ‘Neem de verdeling van het coronaherstelfonds. We zagen dat het Nederlandse kabinet hierin heel traag op gang kwam. Als we niet oppassen gaat dat ook bij de verdeling van de gelden rond energietransitie gebeuren en gaat Nederland links en rechts de boot missen.’
Noodzakelijk
Jacob Plat is lid van de klimaatwerkgroep van de FNV, die rond dit thema nieuw beleid en strategie ontwikkelt. ‘Dat is noodzakelijk werk, want bij de energietransitie zal onze rol veelomvattend zijn. Denk aan de bescherming van werkgelegenheid en het waken voor oneerlijke concurrentie.’
De omslag naar schonere energiebronnen zet de industriële wereld volledig op z’n kop, meent Plat. ‘Er komen nieuwe banen bij, oude banen in de fossiele industrie verdwijnen, en veel werk verandert. Denk aan installatietechniek, bouw, metaal; noem maar op. We moeten blijven toezien op veilig en gezond werk, blijven vechten voor fatsoenlijke compensaties, en strijden tegen energiearmoede, want het moet betaalbaar blijven. Groen moet ook sociaal zijn.’
Actief
Volgens Plat biedt de energietransitie volop kansen voor de Nederlandse industrie om slimme, sociale en groene plannen te maken. Nederland zou volgens hem zelfs een voortrekkersrol kunnen spelen, omdat het land een sterke industrie heeft en een lange traditie met de ‘sociale dialoog’.
Het is belangrijk dat de FNV een actievere rol gaat spelen en meer naar voren treedt. ‘Niets over ons zonder ons’ zou volgens Plat het motto moeten zijn. Hij verwijst naar voorbeelden in Zweden, waar bonden bij bedrijven werknemers mobiliseren om samen plannen te maken voor klimaatneutrale productie.
Dicht bij huis zijn met een prominentere rol van de bond de eerste successen geboekt. Denk aan het Kolenfonds, waaruit werknemers van de gesloten Hemwegcentrale in Amsterdam financieel werden gecompenseerd. En denk aan de recente ontwikkelingen bij Tata Steel. De FNV staat daar aan de basis van een stappenplan om van kolen en grijze stroom naar groene stroom en zelfs waterstof te komen.
Plat: ‘En denk aan de Rotterdamse haven. Die biedt een prima infrastructuur om te starten met op- en overslag van waterstof.’
Krachtig
Door corona liep de gedachtevorming rond energietransitie binnen de FNV enige vertraging op omdat de mensen elkaar lange tijd niet konden opzoeken en kennisuitwisseling vooral digitaal moest worden gedaan. Die periode is nu voorbij. De tijd is rijp om als FNV een prominente rol te gaan organiseren.
Jacob Plat: ‘Je wilt als bond vooraan staan, en meebeslissen als de grote Europese subsidies worden verdeeld. Onze goedkeuring zou daarbij een voorwaarde moeten worden. Om zo’n positie te kunnen krijgen moeten we er steeds dichter op gaan zitten, een hoge organisatiegraad hebben en een krachtig kader. Dat zijn de voorwaarden. Heb je dat, dan kan ’t en pakken we die rol!’
‘NIETS OVER ONS ZONDER ONS’
DE REACTIES
Joosje de Lang, bestuurder FNV Procesindustrie:
'Als ik Jacobs verhaal lees, dan is mijn eerste reactie: beter laat dan nooit. Want als bond zijn we echt laat, vind ik. De industrie denkt hierover al veel langer na, de belangen van werknemers worden daarin niet meegenomen. Investeringen in de zware industrie gaan naar het buitenland, onze acties leveren te weinig op. We hebben als bond echt wat te doen. Ik vind dat we een duidelijker visie moeten hebben op wat we van bedrijven willen. Er wordt door de bond nog te weinig richting gegeven, of de richting is ons als bestuurders te weinig bekend. Daardoor lukt het niet om overal aan tafel te komen. Het lukt ons ook nog onvoldoende om onze leden hierin mee te nemen en samen plannen te maken. De capaciteit ontbreekt. Daar zullen we eerst aan moeten bouwen.’
Albert Kuiper, cao-onderhandelaar Metaalindustrie:
'Op dit moment geven we de industrie geen kans. We belasten de industrie extra terwijl buurlanden de industrie ontzien. Als je wilt vergroenen moeten bedrijven in de tussentijd niet omvallen. Als vakbond moeten we de werkgelegenheid van de leden beschermen. Wij zijn er primair voor werk en inkomen. De inkomens uit de industrie zorgen voor een belangrijk deel van de welvaart in Nederland. We moeten ons daarom in Brussel hard maken voor de juiste steun en druk zetten op onze politiek om een gelijk speelveld te houden. Nederland is van oudsher een handelsland en is slecht in industriepolitiek. Steeds meer bedrijven schalen af of stoppen. De productie wordt overgenomen door China, India, Vietnam of het Oostblok. De tijd haalt ons in!’